De rit van Alhama naar Granada is niet al te lang of zwaar. Er is in de tweede helft een mooie rit door een vrij vlak dal, en dat is ook wel weer eens prettig, al kan er een stevige wind tegen staan. Al ruim voor Granada wordt het merkbaar drukker, en eenmaal in de voorsteden aangeland is het weer bezinelucht wat de klok slaat. Waarom fietsen de mensen in de stad niet, het is er zo plat als een dubbeltje? Met behulp van de Garmin vinden we zonder moeite het door ons besproken hostal. Onze indruk is dat ook hier (in deze tijd van het jaar) bespreken nauwelijks nodig is: er zijn tot vlak bij het Alhambra talrijke onderkomens.
Om het Alhambra zelf in te komen moet je een kaartje hebben. Maar aangezien er maar 2000 kaartjes per dag worden verkocht, zijn die al lang uitverkocht als wij arriveren. Je kunt dus beter volgende keer van te voren via internet reserveren. De tuinen van het Alhambra (daarvoor zijn nog wel kaartjes te krijgen) zijn ook mooi, evenals de gebouwen zelf, maar dan om eromheen te lopen.
Granada is verder ook een mooie en gezellige stad, met leuke winkels, straten en pleinen.
Er zijn drie klimmetjes van resp. zo’n 250 meter, 300 meter en 100 meter, maar voor de rest is het langzaam naar beneden, tot in Granada.