Vanuit Savonnières bezochten wij het kasteel van Chenonceaux: een fantastisch gebouw met een prachtige verzameling wandkleden, en schilderijen van o.a. Tintoretto en Rubens – we keken onze ogen uit. Daarbij wordt het kasteel omringd door schitterende tuinen. Doordat de meeste bezoekers in het kasteel met een koptelefoon op rondlopen is het er heerlijk rustig; wij prefereerden de gratis papieren toelichting die prima bruikbaar bleek.
Tours maakte op zondagochtend bij onze doortocht een tamelijk verlaten indruk; dat fietste wel prettig op de brede lege winkelstraten, maar de meeste koffiegelegenheden bleken gesloten. Gelukkig bracht een Subway uitkomst met uitstekende koffie. Daarna volgen weer een aantal prettige kilometers langs de Loire om uit te komen bij het mooie Amboise. De route leidt je door het gezellige centrum, onder het imposante kasteel langs en vervolgens via een steile klim de stad weer uit.
Na een aantal kilometers stuitten we op een man die ons een enquete wilde laten invullen. Het ging over de Velo-route langs de Loire, de vragenlijst was er ook in het Nederlands, en we kregen een frisdrankje aangeboden plus een fluorescend hesje als beloning. In de vragenlijst konden we onze waardering voor de kwaliteit van de route goed kwijt.
In Mosnes bleek een prima camping (Camping La Poterie) te zijn, vlakbij de Loire, met een bijzonder fraaie zwemgelegenheid in de brede Loire. En een terras waar je eenvoudig maar lekker kon eten.