Wij (68,69 jr) fietsten in de periode van 28 juni tot 15 juli 2016 van Emmen naar Kopenhagen. Deze tocht bleek uiteindelijk zo’n 950 kilometer lang te zijn; iets te lang voor onze tijdsplanning, want we wilden ook nog een paar dagen in Kopenhagen kunnen doorbrengen. Daarom, en omdat het die dag wel erg hard regende, deden we het traject Odense – Roskilde (ongeveer 100 km) per trein, zodat we uiteindelijk 850 kilometer op de teller hadden staan.
We volgden op deze tocht twee routes: de ‘Jutlandroute’ en de nationale (Deense) fietsroute nr. 6. De Jutlandroute (‘In het spoor van de Vikingen’) is uitstekend beschreven in het gelijknamige boekje van Clemens Sweerman. Hij loopt van Emmen naar Skagen in Noord Jutland. Voor de fietsroute nr. 6 gebruikten we de Cykelkort Danmark, schaal 1:500.000, waarop de route in blauw is aangegeven. Zo’n beetje halverwege de Jutlandroute, bij het stadje Vejen, pikten we de fietsroute nr. 6 op, die van Esbjerg naar Kopenhagen loopt, om die oostwaarts te volgen. Route 6 is redelijk goed aangegeven met blauwe bordjes, maar toch waren we ook nu weer erg blij met de GPS track die we ervan konden gebruiken. En hoe goed en nauwkeurig de beschrijving van Sweerman van de Jutland route ook is, ook hier maakt de GPS-track het leven van de fietser een stuk gemakkelijker.
Als je van velden met mais houdt, of met aardappelloof met blauwe bloemetjes of aardappelloof met witte bloemetjes, alles afgewisseld met braakliggende velden en kleine bossages, dan is deze route voor jou een must. Wijzelf moeten bekennen dat we uiteindelijk niet echt onder de indruk waren van het landschappelijk schoon, en trouwens evenmin van het stedenschoon op de eerste 600 kilometer. Eigenlijk zijn alleen de grotere steden op deze route de moeite waard: Schleswig, Odense, Kolding, Roskilde en Kopenhagen. De kleinere plaatsen langs deze route waren het aanzien nauwelijks waard en hadden zeker niet het ‘pittoreske’ karakter, dat de meeste schrijvers over Denemarken ons hadden beloofd.
Bijgaand filmpje van foto’s en video’s geeft een indruk van wat er op deze fietstocht te zien is.
Wat in elk geval klopte in alle beschrijvingen van deze landstreken is, dat het vooral een leeg land is. Weinig huizen, weinig dorpen, geen terrasjes (behalve in de grote steden), nauwelijks winkels. Je fietst rustig een uur zonder iemand te zien. Dat heeft absoluut zijn aantrekkelijke kanten, maar in ons geval maakte de combinatie van deze omgeving met tamelijk veel koude en vooral natte dagen het allemaal niet bijster aantrekkelijk. Als de zon schijnt, is nu eenmaal alles mooier. Dat is dus ook gewoon een beetje pech en we wensen ieder ander in dit opzicht meer geluk toe.
Als je op tijd boodschappen doet of een restaurant weet te vinden, is de Duitse en Deense keuken natuurlijk prima: voedzaam, veel en lekker. De prijzen in Duitsland zijn daarbij lager dan wij in Nederland gewend zijn. In Denemarken daarentegen aanzienlijk hoger. De campings zijn met name in Denemarken voortreffelijk uitgerust. Ze zijn ruim, hebben prachtige keukens, van alle gemakken en aparatuur voorzien. Bovendien waren op elke camping trekkershutten te huur. Wij hebben daar, vanwege het natte weer, betrekkelijk vaak gebruik van gemaakt: die huisjes hadden namelijk verwarming, waarmee we onze spullen dan weer konden drogen.
De route is opmerkelijk vlak, met name de eerste 600 kilometer is er geen heuvel te bekennen. Daarna, met name na Kolding, is er iets meer geaccidenteerdheid in het het terrein, maar dat mag echt geen naam hebben. Voor gezinnen met kinderen is deze tocht in dit opzicht dan ook ideaal. Daarbij zijn de ‘grintpaden’, die in elk reisverslag worden genoemd, in het algemeen prima te berijden, en zeker niet slechter dan de gravelpaden die je overal in Duitsland tegenkomt. En voor de volledigheid vermelden we ook nog dat we vrijwel de hele route konden profiteren van een fikse westenwind-in-de-rug.