We beseften het niet, maar hoewel we al twee dagen in Duitsland fietsten bleek Nederland alsmaar heel dichtbij te blijven. Toen we dus in Nordhorn weer koers zetten naar ons uitgangpunt – via een nieuwe, door Komoot gegenereerde route – waren we in een mum van tijd weer over de grens. Rond koffietijd zijn we al in Denekamp, waar we koffie drinken en appelgebak eten tegenover de mooie 13e eeuws kerk. Die blijkt gewijd aan St.Nicolaas, of Sinterklaas voor intimi, en dat blijkt onder meer aan een mooie beeldengroep naast de kerk.
Weer doorrijdend door een prachtig afwisselend landschap, over steeds autoluwe wegen, arriveren we in het centrum van Ootmarsum. Daar is ruimschoots gelegenheid om te lunchen met een Strammer Max, hier weer gewoon uitsmijter geheten.
Na weer een stuk doorfietsen komen we in Vriezenveen, waar we op een terrasje neerstrijken. Daar hebben we gelegenheid om een logeeradres in de buurt te zoeken. Eerst maar eens ‘Vrienden op de fiets’ proberen. Dat blijkt lastiger dan gedacht; niet opdat er geen adressen in de omgeving zijn, maar omdat die allemaal al vol blijken te zijn. Het blijkt dus niet verstandig te zijn om pas om een uur of twee op de dag zelf te gaan zoeken. Toch vinden we een mooi adres, niet bij een Vriend, maar gewoon particulier bij de Johanneshoeve, een ex-boerderij die nu allerlei gastenverblijven bevat. We zitten er lekker en luxe, en kunnen er bovendien prima eten.
In de directe omgeving blijkt een Veenmuseum te zijn, dus dat laten we ons niet ontnemen. We fietsen erheen en genieten vervolgens van alles wat daar te zien is, van het oude motortreintje dat ons het terrein rondrijdt en van de uitgebreide toelichting, die de gids de bezoekers van het museum verschaft.